Door Scott Kiloby; vertaald door Pleun Vermaas
Soms is ons kern-tekortverhaal zo pijnlijk dat we het voor anderen en onszelf maskeren. We doen alsof het tegengestelde van het tekortverhaal waar is. Het verstand slaat aan het overcompenseren en probeert zo om de pijnlijke emoties, die de kern van het tekortverhaal vormen, niet te voelen.
Als we overcompenseren, is er eigenlijk sprake van zelfbedrog. We overtuigen onszelf ervan dat we waardiger, specialer, belangrijker, beter geïnformeerd of spiritueler zijn dan anderen. En we verstoppen ons achter die façade. Anderen verhouden zich dan tot jou als zijnde minderwaardig, minder speciaal, minder belangrijk, minder goed geïnformeerd of minder spiritueel; de relatie werkt dan als een spiegel.
Als we echt vrij zijn van de kernopvatting dat ik een tekort heb, hebben we niet de neiging om te overcompenseren. We hebben niet langer de behoefte om ons te identificeren met verhalen als ‘ik ben goed en waardig’. En idem dito om de ander te kwalificeren als ‘slecht’ of ‘onwaardig’. Als we vrij zijn van het idee van afgescheidenheid en gebrek, dan stralen we die vrijheid van nature uit, waardoor we zelfverzekerd overkomen. Dat zelfvertrouwen is geen arrogantie, verwar die twee niet met elkaar. Er is niets om over op te scheppen, omdat we niet langer mensen proberen te overtuigen van zus of zo.
Als overcompensatie in het spel is zijn er twee manieren om dit te ontdekken en doorzien met behulp van de volgende inquiries:
Uit “The Unfindable Inquiry: One Simple Tool to Overcome Feelings of Unworthiness and Find Inner Peace” door Scott Kiloby (Engelstalig)